Corona protocol

Corona protocol

De richtlijnen van het RIVM vormen de basis van het geven van rijles. 

Basisvoorwaarden 
Voor zowel instructeur en leerling geldt: Heb je zelf geen klachten maar is iemand van je huisgenoten ziek of heeft verhoging, blijf thuis! Ben je zelf neusverkouden, aan het hoesten of niezen, blijf thuis!


Wanneer jij en je huisgenoten geen gezondheidsklachten hebben tot het moment van de rijles, kunnen er rijlessen worden gegeven en gevolgd.
 Leerling en rijinstructeur houden zich aan de 1,5 meter afstand buiten de auto, in de auto is dit echter niet mogelijk daarom wordt er lesgegeven volgens het onderstaande protocol.

Voorbereiding:
De rijinstructeur stuurt de avond voor de rijles de leerling het protocol toe met de vraag of de leerling tot op dat moment aan de basisvoorwaarden kan voldoen om de les van de volgende dag door te kunnen laten gaan. 

Voorafgaand aan de werkdag dienen de volgende twee controlevragen te worden gesteld:

  1. Heb jij of iemand in je huishouden in de afgelopen 14 dagen de diagnose corona gehad?
  2. Heb jij of iemand in je huishouden in de afgelopen 24 uur last gehad van koorts, hoesten, verkoudheid, kortademigheid of benauwdheidsklachten?
  • Voorafgaand aan elke les wordt het voertuig gedesinfecteerd en gelucht (Voor dit desinfecteren en luchten is een checklist bijgevoegd).

Het gebruik van een mondkapje is niet verplicht maar de leerling en instructeur zelfstandig besluiten om een eenvoudig soort mondkapje te dragen en handschoenen. De leerling dient zelf te zorgen voor persoonlijke beschermingsmiddelen als ze die willen dragen.

Rijles
Het geven van rijles gaat uiteraard hetzelfde als altijd, met dien verstande dat wanneer iemand onderweg hoest of neusverkoudheidsklachten ontwikkelt de rijles direct wordt afgebroken, en de kortst mogelijke route naar het afzetpunt van de leerling wordt genomen.

Leerling afzetten
De rijinstructeur rijdt naar de volgende leerling en het protocol start weer.

CHECKLIST

  • In het lesvoertuig mogen maximaal drie mensen zitten – de leerling en de rijinstructeur. Contact met andere leerlingen moet te allen tijde worden voorkomen. 
  • Bedieningsmiddelen (deurhendels, stuur, versnellingspook, handrem, spiegels, hoofdsteun, sluiting veiligheidsgordel, stoelknoppen, touchscreen, etc.) worden door de instructeur na elke leerling gedesinfecteerd met 70% isopropanolalcoholdoekjes of schoonmaakalcohol van 70 % (IPA) in andere vorm.
  • Aanvullend kunnen leerling en instructeur zelfstandig besluiten om een eenvoudig soort mondkapjes te dragen en handschoenen. Leerlingen moeten zelf zorgdragen voor deze beschermingsmaterialen als ze die willen dragen.
  • Vermijd fysiek contact, houd onderling tenminste 1,5 m afstand buiten de auto;
  • Na de les de auto verlaten en buiten de auto aanvullende instructies geven, afspraken maken, etc.

Als er updates komen op deze afspraken worden die zo snel mogelijk gecommuniceerd.